Constructie

  • Onderconstructie

De zichtbare baan ligt op een gemiddelde hoogte van 1.30 meter. Dit is een goede kijkhoogte en er kan gemakkelijk gewerkt worden aan de onderzijde daarvan. 

Aan de wanden zijn (lange) boekenplank-steunen bevestigd aan verticale rails, waardoor minder poten nodig zijn. 

De vreemde vorm van de baan in kamer 1 is ontstaan na een verhuizing. In het vorige huis liep de baan langs drie wanden. In de huidige kamer zit midden in een wand een deur. Daarom is de baan een beetje "geknikt" en kwam het deel met station Pontresina midden in de kamer te staan.

Het landschap in kamer 1 is verschillend van dat in kamer 2. Een voordeel van een modelbaan door 2 kamers.   

Veel modelbaandelen hebben multiplex-platen als basis, waar gaten uitgezaagd zijn voor de bereikbaarheid en gewichtsbesparing. De twee platen van het Susch deel liggen eigenlijk te dicht op elkaar. Voordeel is dat er geen spiraal nodig is om het hoogteverschil te overbruggen van Susch naar het schaduwstation eronder. Nadeel is dat de bereikbaarheid van het schaduwstation op sommige punten slecht is. Uiteraard doen problemen zich voor op die punten...  

Later gebouwde modelbaandelen hebben meer ruimte tussen de lagen. Hier is o.a. een spoorspiraal toegepast. Het schaduwstation Tirano, onder Bernina-Lagalb is uitschuifbaar en daardoor goed bereikbaar.

De stijgingspercentages variëren van 3 a 4 % in recht spoor en 2 a 3 % in bochten. Als minimale radius hanteer ik 35 cm. Maar in de meeste gevallen gebruik ik 40 a 45 cm. als radius.     

De modelbaan is al behoorlijk oud, maar steeds weer uitgebouwd, verbeterd, etc. Hier een foto van het allereerste begin. Deze onderconstructie is nog steeds aanwezig in de huidige baan... 

  • Landschap

Styropor, oftewel piepschuim, vind ik een prima basis voor landschapsvorming. Het is goedkoop, licht, makkelijk te bewerken en ja, het geeft heel veel rommel daarbij. Als voorbeeld een paar foto's van de vorming van het Val Pila in kamer 2. Belangrijk is een stabiele basis van hout. Daarna moeten eerst de achtergrondplaat, de "kunstwerken" (met de rails) worden aangebracht zoals tunnelportalen, viaducten, lawinegalerijen, etc. Dan worden lagen piepschuim (bouwmarkt, platen van 5 cm. dik) gelijmd. Er is speciale lijm voor beschikbaar. Piepschuim kan ook geplakt worden met "alleslijm" maar de droogtijd is langer en vaak moeten er gewichten op tijdens het drogen. Vastzetten met cocktailprikkers gaat ook prima!  

 

Nadat het piepschuim met een scherp mes in de gewenste globale landschapsvorm is gebracht, smeer ik het piepschuim in met Alabastine. Ik meng er wat groenbruine (velden) of grijze (rotsen) plakkaatverf door, zodat bij de afwerking niet ieder nog wit puntje of holletje moet worden bijgekleurd. Weides, velden met een egale dunne laag. Rotspartijen met een flink dikke laag Alabastine,  aangemaakt met zo min mogelijk water. Als dit nog niet  droog is kan met spatels het rotsreliëf er in geboetseerd worden. Na volledige droging kunnen met een beiteltje  stukjes afgebikt worden. Er moeten scherpe randen ontstaan en geen "klodderformaties".  

Voor de verdere afwerking van het landschap gebruik ik allerlei grotere en kleine steentjes uit het gebied. Deze geven ook een goede indicatie van de kleur van rotsen.